‘Kennst du das Land, wo die Zitronen Blühn?’ Het zijn woorden die Goethe in zijn roman Wilhelm Meisters Lehrjahre in de mond van het personage Mignon legde. Ze roepen het verlangen naar een idyllische, maar onbereikbare plek op. In die stemming stelden sopraan Liesbeth Devos en pianist Jozef De Beenhouwer het programma van hun recital samen. Ze putten daarvoor uit het rijke romantische oeuvre van bekende liedcomponisten als Schubert, Schumann, Mortelmans en Brahms. Voor de teksten tekenden zowat alle vooraanstaande dichters van de tijd, van Heinrich Heine en Detlev von Liliencron over Eduard Mörike, Robert Burns tot Walter Scott en Guido Gezelle… Kortom, een heerlijke avond vol maanlicht, mysterieuze wouden, bergen, liefde en heroïek.
‘Kennst du das Land, wo die Zitronen Blühn?’ These words spoken by Mignon in Goethe’s novel, Wilhelm Meisters Lehrjahre, conveyed a longing for an idyllic, unattainable place. This is the atmosphere evoked by soprano Liesbeth Devos and pianist Jozef De Beenhouwer. They explore rich, romantic songs by Schubert, Schumann, Mortelmans and Brahms, to lyrics by the prominent poets of their day: from Heinrich Heine and Detlev von Liliencron to Eduard Mörike, Robert Burns to Sir Walter Scott and Guido Gezelle, with moonlight, mysterious mountains, love and heroism.
Liesbeth Devos zang
Jozef De Beenhouwer piano
Robert Schumann (1810-1856)
–
Uit ‘Myrthen Op. 25: Widmung (Friedrich Rückert) Der Nussbaum (Julius Mosen) Die Lotosblume (Heinrich Heine) Was will die einsame Träne (Heinrich Heine) Die Hochländer-Witwe (Robert Burns/Wilhelm Gerhard) Weit, weit (Robert Burns/ Wilhelm Gerhard)
–
Uit ‘Lieder und Gesänge aus Wilhelm Meister Op. 98 a (Johann Wolfgang von Goethe): Mignon: Kennst du das Land
Lodewijk Mortelmans (1868-1952)
–
Lied van Mignon (‘Kennst du das Land’) (Johann Wolfgang von Goethe)
–
Hoe schoon de Morgendauw (Guido Gezelle)
–
Meidag (Guido Gezelle)
–
Als de Ziele luistert (Guido Gezelle)
–
Het jonge jaar (Guido Gezelle)
Johannes Brahms (1833 - 1897)
–
Wie Melodien zieht es mir (Klaus Groth) Op. 105 nr. 1
–
Immer leiser wird mein Schlummer (Hermann Lingg) Op. 105 nr. 2
–
Auf dem Kirchhofe (Detlev von Lieliencron) Op. 105 nr 4
–
Mädchenlied (Paul Heyse) Op. 107 nr. 5
–
An eine Äolsharfe (Eduard Mörike), Op. 19 nr. 5
Franz Schubert (1797 - 1828)
–
Ellen’s Gesänge (uit Walter Scott’s ‘Fräulein vom See’), Op. 52
–
Ellen’s erster Gesang – ‘Raste Krieger’ D. 837
–
Ellen’s zweiter Gesang – ‘Jäger, ruhe von der Jagd!’ D. 838
–
Ellen’s dritter Gesang (Hymne an die Jungfrau) –‘Ave Maria’ D. 839
